Terug naar blogs

Verborgen camera’s: diefstal op de werkvloer

Verborgen camera’s: diefstal op de werkvloer
20 maart 2018
|
Blogs

De meeste werknemers zijn integer en te goeder trouw, maar desalniettemin wordt er op de werkvloer geregeld gestolen. De verleiding is kennelijk soms groot en “gelegenheid maakt de dief”. Denk daarbij aan werknemers die in een winkel werken of in een zorginstelling waar geld of goederen – bij wijze van spreken – voor het oprapen liggen.

Werkgevers hebben er soms hun handen vol aan. In de zorg is het ingewikkelde nog eens een keer dat niet alleen de werkgever wordt benadeeld, maar ook (of juist) de kwetsbare cliënt. En zie als werkgever maar eens het juiste onderscheid te maken tussen de beschuldiging van diefstal door een verwarde mevrouw met Alzheimer en de terechte klacht van een cliënte dat haar spullen op onverklaarbare wijze verdwijnen.

In veel van die gevallen ontkomt de werkgever niet aan het installeren van een verborgen camera. De vraag is of dat mag. Hoe zit het ook alweer?

Het is wel duidelijk dat het (stiekem) filmen van personen een schending oplevert van artikel 8 EVRM dat het privéleven beschermt. Hoe noodzakelijk die bescherming is, bleek onlangs maar weer, toen beelden van speelsters van het Nederlandse handbalteam die zich aan het omkleden waren op een pornosite terecht waren gekomen. (Ook) Een werknemer heeft recht op privacy.

Het gebruiken van camera’s is gewoon verboden op grond van het Wetboek van Strafrecht. Wie een camera ophangt, moet dat op duidelijke wijze kenbaar maken. Maar die kenbaarheid schuurt met de effectiviteit van de maatregel, doordat het de pakkans van de dief aanzienlijk vermindert.

Wanneer mag een werkgever wel een camera ophangen?

Gelukkig mag de werkgever gebruik maken van verborgen cameratoezicht, als er een reëel vermoeden is van diefstal en andere maatregelen om de diefstal te bewijzen en de dief te achterhalen niets op (zullen) leveren. Dan mag het zelfs van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), zie ook de ‘Do’s & don’ts cameratoezicht op de werkvloer’ van de AP.

Het spreekt voor zich dat het cameratoezicht proportioneel moet zijn. De werkgever moet zo min mogelijk filmen en de camera moet specifiek gericht worden op de plek waar de diefstal waarschijnlijk plaatsvindt (dus bijvoorbeeld alleen op de kassa of de locker) en mag niet langer worden gebruikt dan voor het krijgen van bewijs strikt noodzakelijk is. Permanent gebruik van een verborgen camera is nooit toegestaan.

Is de werkgever verplicht de werknemers te informeren over cameratoezicht?

Daar komt nog bij dat de werknemers geïnformeerd moeten worden. Zij moeten van tevoren zijn ingelicht dat er de werkgever gebruik kan maken van (verborgen) cameratoezicht. Bijvoorbeeld in het personeelsreglement. Als er een ondernemingsraad is, had die bovendien aan de werkgever zijn instemming moeten geven om gebruik te maken van dit ‘personeelsvolgsysteem’. (Verborgen) Cameratoezicht is namelijk als een personeelsvolgsysteem in de zin van artikel 27 WOR aan te merken.

Overigens moet de werkgever de betrokken werknemers achteraf ook informeren dat hij gebruik heeft gemaakt van verborgen camera’s.

Meldingsplicht cameratoezicht

Dan nog dit. Artikel 31 Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) verplicht de werkgever zijn voornemen om verborgen camera’s te plaatsen vooraf bij de AP te melden. De AP onderzoekt dan of het gebruik voldoet aan de wettelijke eisen. Dit onderzoek duurt tussen de vier en 24 weken (en intussen gaan de diefstallen door…).

Op 25 mei 2018 vervalt de meldingsplicht: AVG gaat dan van kracht

Dit lijkt een dode letter te zijn: waarschijnlijk niemand deed ooit een melding en (kanton)rechters straffen dit tot op heden niet af. Op 25 mei 2018 vervalt de meldingsplicht, want op die datum wordt de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van kracht en de AVG en de Uitvoeringswet AVG (thans nog alleen een wetsvoorstel) hebben geen meldingsplicht.

Wat moet de werkgever na 25 mei 2018 doen?

Echter dan is de gekwelde werkgever weer wel verplicht een Data Protection Impact Assessment (DPIA) te verrichten. Dat moet namelijk als hij persoonsgegevens wil gaan verwerken die een hoog privacyrisico kunnen inhouden. Gebruik van verborgen camera’s is een verwerking van persoonsgegevens met inherent een hoog privacyrisico. De werkgever moet de impact van die verwerking adequaat beperken (denk aan: camera alleen richten op de kast waaruit gestolen wordt, de videobanden waar geen diefstal op gepleegd wordt meteen wissen e.d.). Lukt het de werkgever niet om voldoende maatregelen te nemen om de privacyrisico’s zoveel mogelijk te beperken, dan moet hij eerst de AP raadplegen. Overtreding van deze verplichting kan leiden tot een boete van de categorie van maximaal 10 miljoen euro c.q. 2% van de wereldwijde jaaromzet. Overigens komt de AP dan pas binnen acht (!) weken met een advies, als die termijn niet al verlengd wordt. Hopelijk is de dief intussen niet met de Noorderzon en een maximale buit vertrokken.

Heeft u vragen over dit onderwerp of andere gerelateerde onderwerpen, neem dan vooral contact op met Eef van de Wiel

Bericht delen op linkedin

Meer weten? Neem contact op met een van onze specialisten.

Gerelateerde nieuwsberichten

Al het nieuws

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief

Mis niets meer en meld u aan voor onze nieuwsbrief.

Velden met een * zijn verplicht

Ik geef toestemming dat TRIP Advocaten Notarissen mijn e-mailadres gebruikt voor het toesturen van de nieuwsbrief. U kunt meer lezen in ons Privacy en cookiesbeleid.

Terug naar blogs
Contact image

Contact

Als grootste juridische adviespraktijk van Noord-Nederland staan wij centraal bij onze cliënten Wij werken in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe (en ver daarbuiten) vanuit onze kantoren in Groningen, Leeuwarden en Assen.

Lees meer