Terug naar blogs

Twaalf jaar partneralimentatie?

Twaalf jaar partneralimentatie?
5 januari 2017
|
Blogs

De laatste jaren is een duidelijke tendens zichtbaar in alimentatieland: steeds meer wordt van een alimentatie-ontvanger verwacht dat deze na een echtscheiding zoveel (en zo snel) mogelijk in het eigen levensonderhoud voorziet. In de wet staat (nog) wel een termijn van maximaal twaalf jaar voor het betalen van partneralimentatie, maar steeds vaker oordelen rechters dat de verplichting om alimentatie te betalen eerder eindigt, omdat van de alimentatie-ontvanger kan worden verwacht dat hij inmiddels voor een eigen inkomen kan zorgen.

Deze zogeheten inspanningsverplichting stond ook centraal in een zaak die diende bij het Hof Den Haag. In die zaak verzocht de man – zo’n acht jaar nadat partijen waren gescheiden – om de door hem te betalen alimentatie op nihil te stellen. Er waren geen kinderen in het spel, de vrouw had gedurende het huwelijk altijd gewerkt en kon in de eerste periode na het huwelijk ook grotendeels in haar eigen levensonderhoud voorzien. Op enig moment was de vrouw gedeeltelijk arbeidsongeschikt geraakt. De vrouw had geen baan (meer) en stelde dan ook dat zij behoefte had aan alimentatie. De man meende echter dat van de vrouw, acht jaar na de scheiding, wel kon worden verwacht dat zij inmiddels voor zichzelf kon zorgen. Hij vond, kort gezegd, dat van hem niet langer gevergd kon worden dat hij alimentatie betaalde. Hij verzocht het Hof dan ook de alimentatie op nihil te stellen.

Het Hof overwoog expliciet dat op de vrouw als alimentatie-ontvanger een inspanningsverplichting rust om in haar eigen behoefte te voorzien. Ook naar maatschappelijke normen, zo overwoog het Hof, mag van de vrouw gevergd worden dat zij de verantwoordelijkheid neemt om – naarmate de jaren na de echtscheiding verstrijken – te trachten in haar eigen levensonderhoud te voorzien. Tegen die achtergrond heeft de man het recht om periodiek (door een rechter) te (laten) toetsen of de vrouw aan de op haar rustende inspanningsverplichting voldoet.

In deze zaak was dat niet het geval, zo vond het Hof. De vrouw weigerde om enige inzage te geven in de wijze waarop zij invulling gaf aan haar inspanningsverplichting en vond het bovendien niet op haar weg liggen om eventuele inspanningen aan te tonen. Deze opstelling vond het Hof niet passen bij de eigen verantwoordelijkheid van de alimentatie-ontvanger om in het eigen levensonderhoud te voorzien. Het Hof gunde de vrouw nog wel een overgangsperiode van drie maanden waarin zij werk moest vinden, maar na die drie maanden werd de alimentatie op nihil gesteld.

Bericht delen op linkedin

Meer weten? Neem contact op met een van onze specialisten.

Gerelateerde nieuwsberichten

Al het nieuws

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief

Mis niets meer en meld u aan voor onze nieuwsbrief.

Velden met een * zijn verplicht

Ik geef toestemming dat TRIP Advocaten Notarissen mijn e-mailadres gebruikt voor het toesturen van de nieuwsbrief. U kunt meer lezen in ons Privacy en cookiesbeleid.

Terug naar blogs
Contact image

Contact

Als grootste juridische adviespraktijk van Noord-Nederland staan wij centraal bij onze cliënten Wij werken in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe (en ver daarbuiten) vanuit onze kantoren in Groningen, Leeuwarden en Assen.

Lees meer